Ticstoornissen

Herkenning

Tics zijn plotselinge, doelloze, onwillekeurige (soms deels willekeurige), stereotype en zich herhalende bewegingen (motorische tics) of geluiden (vocale tics). De tics komen meerdere keren per dag voor en minstens 4 weken achter elkaar. Eenvoudige motorische tics zijn bijvoorbeeld knijpen met de ogen of trekkingen met de mond. Eenvoudige vocale tics zijn bijvoorbeeld kuchen, hummen of snuiven. Meer complexe motorische tics zijn bijvoorbeeld het haar achterover wrijven, dingen aanraken of draaiingen met het lichaam. Complexe vocale tics kunnen woorden of zelfs hele zinnen zijn. Tics kunnen wisselend zijn in intensiteit. Soms verergeren tics onder stress, soms juist tijdens ontspanning. Motorische tics ontstaan meestal rond het 7e levensjaar, vocale tics wat later (tussen het 8-ste en 15-de levensjaar). In ieder geval moeten de tics voor het 18e levensjaar ontstaan zijn om van een ticstoornis te mogen spreken. Bekend is natuurlijk het syndroom van Gilles de la Tourette waarbij iemand zowel motorische als vocale tics heeft. Het komt echter maar zelden voor dat de vocale tics bestaan uit schuttingtaal (coprolalie) zoals vaak geschetst wordt in de sterke verhalen. Voor de diagnose Gilles de la Tourette moeten de tics langer dan een jaar duren. Wanneer er langer dan een jaar alleen motorische of alleen vocale tics bestaan wordt gesproken over een chronische motorische- respectievelijk vocale ticstoornis. Van een passagère ticstoornis spreekt men als de tics binnen een jaar verdwijnen. Ernstige tics kunnen een grote (negatieve) invloed hebben op iemands zelfvertrouwen en sociaal invaliderend zijn.

Achtergrond

Gilles de la Tourette komt bij 3-5 kinderen per 10.000 voor. Bij jongens komt het 3 tot 9 keer vaker voor dan bij meisjes. Chronische ticstoornissen komen drie keer zo vaak voor als Gilles de la Tourette en passagère ticstoornissen zelfs bij 4-16% van de kinderen. Tics zijn waarschijnlijk grotendeels genetisch bepaald. Ze verdwijnen meestal rond de leeftijd van 19 jaar. Soms duren de tics voort in de volwassen leeftijd maar vaak zijn ze dan wel minder ernstig. Veel kinderen (30-60%) met tics hebben ook dwangverschijnselen zoals tellen en het ritueel aanraken van dingen voor het slapen gaan. Concentratieproblemen en hyperactiviteit komen bij 25-50% van de kinderen met tics voor.

Behandeling

Uitleg over de aandoening staat op de eerste plaats. Bij milde tics is behandeling vaak niet nodig. Ontspanningsoefeningen en het vervangen van de tic door een tegengestelde beweging kunnen, bij voldoende motivatie voor deze aanpak, helpen. Medicatie kan soms ook helpen echter de tics verdwijnen er nooit voor 100% mee. Klassieke antipsychotica in een zo laag mogelijke dosering (om de bijwerkingen te beperken) helpen in ongeveer 60% van de gevallen. Clonidine helpt in ongeveer 30% van de gevallen. Bij dwangverschijnselen worden SSRI’s of clomipramine voorgeschreven. Bij ADHD verschijnselen zal gekozen worden voor clonidine al of niet in combinatie met een antipsychoticum.