Stoppen met medicijnen

Antipsychotica

De Schizofrenie Stichting Nederland heeft in een consensusdocument (1996) regels opgesteld voor het gebruik van antipsychotische medicijnen. De doseringen die hierin vermeld staan aan zijn de hoge kant.

Het advies luidt dat na een eerste psychose er twee jaar medicijnen gebruikt moeten worden. Na twee of meer psychotische episoden wordt vijf jaar medicijngebruik geadviseerd. Hoewel het woord consensus suggereert dat iedereen het hierover eens is, is dit niet het geval. Het stellen van de diagnose schizofrenie na één psychose levert soms grote problemen op. Iemand die binnen een maand snel en succesvol met klassieke medicijnen behandeld is kan bijvoorbeeld een half jaar verminderd functioneren door de bijwerkingen! Een ander kan met dezelfde medicijnen zo goed functioneren dat er twijfel over de diagnose ontstaat. Weer een ander heeft tijdens de psychose ook vele kenmerken van een manische ontremming (met gedachten die door het hoofd razen, spreek- en dadendrang, zelfoverschatting en duidelijk verminderde behoefte aan slaap). Psychotische verschijnselen zoals paradoïde wanen zijn niet voorbehouden aan schizofrenie, komen voorla ook voor bij manie en ernstige depressies. Het beleid ten aanzien van de medicamenteuze ondersteuning kan daardoor aanzienlijk verschillen en zal individueel zorgvuldig moeten worden bekeken.

Wanneer (soft)druggebruik een grote rol speelt tijdens de eerste psychose moet de situatie zonder drugs opnieuw beoordeeld worden. Er zijn ook mensen die denken dat je na een eerste psychose, door snel en braaf medicijnen te gebruiken, schizofrenie kunt voorkómen. Jammergenoeg gaat dit niet altijd op. Al met al zijn er genoeg redenen om niet te star om te gaan met de regels over medicijngebruik. Wat dan wel? Stoppen met medicijnen doe je in overleg. Overleg tussen patiënt, familie (direct betrokkenen) en hulpverlening (de triade genoemd) is de basis van iedere behandeling, zo ook van het experiment om met de medicijnen te stoppen.

Bekend moet zijn wat de voortekenen zijn van een naderende psychose. Soms is dat een toename van dwangverschijnselen, soms is dat een verandering in dag-nacht ritme. Voor ieder mens ligt het verschillend maar voor één persoon lijkt terugkeer van een psychose bijna altijd op de vorige keer. Familieleden en vrienden merken het soms eerder dan de patiënt zelf. Dat heeft heel vervelende consequenties: de patient kan zich verraden voelen, niet vetrouwd en niet serieus genomen. Pas als aan alle betrokkenen bekend is waar op gelet moet worden kan de medicatie stapsgewijs verminderd en gestopt worden.

Patiënten die werk hebben kunnen erg bang zijn om te stoppen met de medicijnen. Soms is het verstandig om te wachten tot een vakantieperiode Bijwerkingen van (klassieke) medicijnen worden soms sterker gevoeld bij lagere doseringen. Middelen die helpen tegen de bijwerkingen kunnen over het algemeen beter een paar dagen later gestopt worden dan de antipsychotica. Na langdurig (jarenlang) gebruik van hoge doseringen neuroleptica kan, bij verlaging van de dosis, tardieve dyskinesie aan het licht komen. Bij het stoppen van sterk sederende middelen (zoals bijvoorbeeld clozapine, quetiapine) dient gewaakt te worden voor slapeloosheid met ontremming, die terugkerende psychose nog dramatischer kan maken dan het al is.

Antidepressiva

Of en wanneer je met antidepressiva moet stoppen is nog steeds niet eenduidig vastgesteld. Het wordt verstandig geacht om bij de behandeling van de depressie vanaf het moment dat de patiënt weer de oude is een half tot driekwart jaar door te gaan met de medicijnen en dan langzaam te verminderen.

Bij een ernstige depressieve stoornis zal men voorzichtiger te werk gaan dan bij een lichte tot matige depressie. Bij iemand die voor de tweede of de derde keer een ernstige depressie doormaakt wordt geadviseerd om de medicatie niet meer te stoppen.

Een belangrijke reden voor mensen om te willen stoppen zijn bijwerkingen. Hoewel de bijwerkingen van antidepressiva lang niet zo belemmerend zijn als die van antipsychotica is bijvoorbeeld de nadelige invloed op de seks voor veel mensen voldoende reden om te willen minderen en stoppen.

Veel patiënten stoppen omdat zij "het zelf willen doen". Er zijn mensen die meer dan een week knallende hoofdpijn hebben en wanneer je ze vraagt hoe de pijn reageert op paracetamol dan zeggen ze dat ze dat niet geprobeerd hebben omdat zij het idee hebben dat ze het toch zelf moeten doen. Zo bont maken de meeste mensen het niet maar met medicijnen die een invloed hebben op de stemming en het gevoel hebben heel veel mensen grote moeite. Antidepressiva kunnen het beste langzaam worden "afgebouwd". Van drie naar twee tabletten, dan een tijd anderhalf, dan één, dan een halve en dan stop. Sommige patiënten geven de voorkeur aan de laatste tablet in nog kleinere stukjes te breken. Neem voor elke stap twee maanden. Telkens kan bij een dosisverandering een onaangenaam gevoel optreden. Soms is dat een terugkeer van angst en depressie maar soms is het alleen dat het lichaam even moet wennen aan de verlaagde dosis. Door langzaam te verminderen kan het een van het ander worden onderscheiden. Hoewel niet echt gevaarlijk kan het zeer onaangenaam zijn om de medicatie in een keer te stoppen. Met name van het stoppen met paroxetine is bekend dat het onttrekkingsverschijnselen kan geven maar ook de andere middelen kunnen dat.

Mindfulness (meditatie)

"het zelf willen doen" heeft een grotere betekenis gekregen sinds wetenschappelijk is aangetoond dat mindfulness trainingen helpen bij het voorkomen van de terugkeer van depressies. De kern van de stoornis wordt bij depressie dan beschouwd als een concentratieprobleem. Het is alsof de innerlijke, emotionele blik in een depressie blijft hangen en dat het niet lukt om de aandacht op iets anders te richten. Veel mensen bevestigen dat het zo inderdaad gaat. De aandacht blijft getrokken worden door de angst en wanhoop en de betrokkene wordt overspoeld en kan geen weerstand bieden, gaat er tegen te vechten of, nog gevaarlijk, toegeven en kan zo tot een wanhoopsdaad komen. Mindfulness helpt om een gelijkmoedige, open aandacht te ontwikkelen. Een voorwaarde is wel dat er enige concentratie en focus mogelijk is, anders is er niks te oefenen en wordt de patiënt alleen maar ongelukkiger. Een mindfulness- of aandachtstraining kan dus het beste begonnen worden wanneer de depressie door medicatie al behoorlijk is opgeknapt.

Wandelen

heeft een vergelijkbaar effect als een mindfulnesstraining. Een dagelijkse wandeling van tenminste een uur doet een mens vroeg of laat beseffen hoeveel hij of zij in gedachten is, ergens anders, in het verleden bij wat er mis is gegaan of in de toekomst bij wat er allemaal mis kan gaan in plaats van hier en nu tijdens de wandeling. Wandelen is een heel natuurlijke manier om in het hier en nu te geraken wanneer iemand nog niet in staat is om te gaan zitten mediteren en mindfulness oefeningen te doen.

Kalmeringsmiddelen

Kalmeringsmiddelen geven allemaal gewenning en verslaving en mogen dus nooit langdurig achter elkaar worden gebruikt. Dit is waar. Toch er zijn heel veel mensen die zeer lang kalmeringsmiddelen gebruiken en niet meer zonder kunnen. Hetzelfde geldt voor slaapmiddelen. Zij zijn uitstekend en kunnen een zegen zijn na een periode van slapeloosheid of bij een jetlag maar na twee weken werken zij even goed als een placebo terwijl zij dat natuurlijk niet zijn. Er treedt namelijk wel gewenning en verslaving op. Zie voor de behandeling van langdurig benzodiazepinegebruik de afdeling verslaving. Over het algemeen werkt een kortwerkend middel verslavender dan een langwerkend. Bij het afbouwen moet dan ook eerst worden overgegaan op een langwerkend middel, in voldoende hoge dosering dat er geen onthoudingsverschijnselen optreden en dan kan zeer langzaam worden afgebouwd. Vaak zijn er maanden mee gemoeid. Net als met alcohol is plotseling stoppen niet zonder gevaren.

Overige medicijnen

Het is verstandig om stoppen met medicatie, net als veranderingen van dosering, altijd met de behandelend of voorschrijvend arts te bespreken. Dit geldt in het bijzonder voor stemmingsstabilisatoren. Niet dat zij zo moeilijk om mee te stoppen maar omdat de kans op terugkeer van bijvoorbeeld manische verschijnselen onbekend is en soms heel groot. Overleg met vrienden of familieleden en nauwlettend in de gaten houden is nodig terwijl de patiënt zelf daar soms juist helemaal geen zin in heeft. Die wil nou juist eens van al dat gedoe af!