Angst en dwang
Angst is een symptoom dat bij alle psychiatrische stoornissen kan voorkomen. Men zegt wel dat uiteindelijk alles om angst draait. Uit grote epidemiologische studies is gebleken dat angststoornissen, samen met dwangstoornissen en (depressieve) stemmingstoornissen een gezamelijke erfelijke basis hebben. Neurochemisch gezien draait het bij deze groepen stoornissen waarschijnlijk om de neurotransmitter serotonine. Angststoornissen zijn die aandoeningen waarbij angst als voornaamste symptoom optreedt. Patiënten met een psychose of met een (psychotische) depressie kunnen echter vele malen angstiger zijn dan iemand met een angststoornis. Elke psychotherapeutische behandeling zal zich bezig houden met hoe iemand met zijn of haar angsten omgaat, welke strategieën een persoon aangeleerd heeft om angst de baas te blijven. Het kan zijn dat de angst te maken heeft met het falen van deze strategiën of met andere oorzaken.
De meeste behandelaars zullen hun patiënt het effect van een serotonine heropnameremmer (Selective Serotonin Re-uptake Inhibitor, SSRI) niet willen onthouden en terecht. Deze middelen helpen op een of andere wijze het omgaan met angst weer onder de knie te krijgen. In tegenstelling tot wat vaak gezegd wordt onderdrukken deze medicijnen de gevoelens niet. De krachtigste angstdemper die we kennen, koning alcohol, verdooft slechts en ontregelt verder.