Stemmingsstoornissen

De grootste groep psychiatrische stoornissen betreft stoornissen in de regulering van de stemming en energie. 15% van de mannen en 25% van de vrouwen ontwikkelt gedurende het leven een depressie. Een bipolaire (manisch depressieve) stoornis komt veel minder vaak voor, ongeveer 1%, dus in een vergelijkbare frequentie als schizofrenie. Depressie is een ziekte die, in tegenstelling tot de andere grote psychiatrische beelden, in misschien wel de helft van de gevallen niet wordt herkend en onbehandeld blijft. Depressie en manie worden apart besproken. De depressie bij een bipolaire stoornis verschilt niet van een gewone depressie, die ook wel unipolair wordt genoemd. Een manie wordt gerekend tot de bipolaire stoornis, ongeacht of er ooit sprake is geweest van een depressie. Het zij zo.

Vroeger was de term manie gereserveerd voor een psychotische stemmingsstoornis met grootheids- en paranoïde wanen, expansieve stemming, toegenomen energie en dadendrang. Voor de tegenhanger, de psychotische depressie was de term melancholie in gebruik. Dat was dus een sombere stemmingsstoornis met wanen met negatieve inhoud, bijvoorbeeld ondergangs-, armoede- en schuldwanen. De patiënt kan daarbij tot algehele stilstand komen, de melancholische stupor, van waaruit er plotseling een zeer gevaarlijke impulsdoorbraak kan optreden, de raptus melancholicus.
De psychotische stemmingsstoornissen horen tot de meest dramatische veranderingen die mensen kunnen ondergaan. Klinische opname is altijd nodig.

Bij de stemmingsstoornissen spelen neurotransmitters, de biologische aminen, zoals serotonine, noradrenaline en in mindere mate ook dopamine een rol. Er zijn echter ook andere belangrijke neurochemische invloeden op de stemming, zoals die van gamma-amino-boterzuur (GABA), peptiden zoals de morfine-achtige stofjes die door het lichaam zelf gemaakt worden. Misschien speelt zelfs de huishouding van de mineralen, zoals van calcium, een rol. Hormonale invloeden zijn ook van groot belang in de regulering van de stemming. De menstruele cyclus is het bekendste, maar ook het schildklierhormoon en groeihormoon zijn van invloed. Gedeeltelijk komen deze invloeden tot uitdrukking (of zijn een gevolg van) verstoringen in het slaap-waakritme. De biologische klok waaraan vele hormonale en andere reguleringsprocessen aan ondergeschikt zijn is vrijwel altijd ontregeld bij stemmingsstoornissen en speelt waarschijnlijk een belangrijke rol.