Antipsychotica

Antipsychotica worden gebruikt voor de behandeling van psychosen ongeacht de oorzaak. Zo worden ze toegepast bij de psychosen die worden gezien bij schizofrenie, maar ook bij manische patiënten die psychotisch zijn, of bij een psychotische depressie. Daarnaast worden antipsychotica vaak gebruikt bij mensen die verward zijn of -in heel lage doseringen- bij onrustige, oudere patiënten.

Hoewel antipsychotica dus geschikt zijn om allerlei psychosen tegen te gaan, zijn ze niet voor alle aandoeningen waarbij psychosen voorkomen de beste behandeling. Zo kunnen manische patiënten die psychotisch zijn beter met lithium worden behandeld en is elektroconvulsieve therapie (ECT) effectiever voor depressieve patiënten die psychotisch zijn. De belangrijkste toepassing vinden antipsychotica dan ook in de behandeling van schizofrenie. Daar zijn ze tot nu toe de enige medicijnen die werkzaam zijn gebleken voor de behandeling en het voorkomen van een psychose.

Hoewel de antipsychotica worden gegroepeerd op basis van chemische structuur of naar gelang de doseringen die nodig zijn voor een antipsychotisch effect, is het onderscheid niet van praktisch belang. Dergelijke onderverdelingen zullen hier dan ook niet worden gehanteerd.

Een indeling die meer praktisch nut lijkt te hebben is de categorisering in de

  • klassieke, typische, ook wel de "oude" antipsychotica en de
  • atypische of "nieuwe" antipsychotica.

Klassieke antipsychotica worden zo genoemd omdat ze de oorspronkelijke middelen zijn (klassiek zoals bijvoorbeeld in Cola Classic). Omdat ze bijwerkingen hebben die typerend zijn worden de nieuwe antipsychotica, die deze bijwerkingen niet hebben, atypisch genoemd.