Middelen bij verslaving
Medicijnen bij verslaving gebruikt kunnen worden hebben onderling géén chemische verwantschap. Dit heeft te maken met de grote chemische verscheidenheid van de stoffen waar iemand afhankelijk van kan zijn. Duidelijk zal moeten zijn welk doel wordt nagestreefd. Gaat het om detoxificatie (ontgiften) of om preventie van terugval in het misbruik?
Medicijnen kunnen worden toegepast bij het bestrijden van onthoudingsverschijnselen die optreden wanneer iemand met afhankelijkheid van middelen stopt met het gebruik. Het stoppen kan bij de meeste middelen het beste in overleg met een deskundige gebeuren. Aan plotseling stoppen kunnen gevaren kleven door heftige onthoudingsverschijnselen. Zowel de lichamelijke als psychische onthoudingsverschijnselen behoeven soms klinische observatie.
Alle medicijnen bij de behandeling van afhankelijkheid kunnen bijwerkingen hebben. Speciale voorzorg is geboden bij mensen die een stoornis hebben in de functie van de lever of de nieren aangezien deze bij de afbraak en uitscheiding van het geneesmiddel betrokken zijn. Sommige medicijnen vallen zelf onder de opiumwet en kunnen alleen bij speciale instellingen worden verkregen. Van de medicijnen die bij middelenmisbruik kunnen worden toegepast staan hier alleen de middelen vermeld die bij onder invloed zijn (intoxicatie), overdosering, onthoudingsverschijnselen en voorkomen van terugval bij afkicken kunnen worden gebruikt.
Belangrijk is steeds bedacht te zijn op andere psychiatrische stoornissen zoals bijvoorbeeld een angsttoornis of een depressie. Hoe deze aandoeningen behandeld kunnen worden met medicijnen staat elders beschreven. In sommige gevallen kan het succes van een behandeling van middelenmisbruik en afhankelijkheid geheel gebaseerd zijn op de succesvolle behandeling van de onderliggende depressie.
Het gebruik van benzodiazepines
Benzodiazepines vinden ruime toepassing in de behandeling van verslavingsproblemen. Dit is niet zo verworderlijk wanneer je je realiseert dat benzodiazepines zelf verslavend zijn en dus als vervangend middel kunnen dienen.
Bij misbruik van middelen kan er altijd iets fout gaan. Een veel voorkomend verschijnsel is angst, soms tot paniek aan toe. Met benzodiazepines is deze angst meestal goed te bestrijden. De benzodiazepines die voor deze indicatie het meest worden toegepast zijn oxazepam (Seresta), chlorazepinezuur (Tranxene) en chloordiazepoxide (Librium).
Vaak komen ook ernstige slaapstoornissen voor bij mensen die middelen misbruiken of er van afhankelijk zijn. Ook hier worden benzodiazepines veelvuldig ingezet. Vaak wordt temazepam (Normison) of flurazepam (Dalmadorm) voorgeschreven. Oxazepam (Seresta) en diazepam (Valium) worden echter door verslaafden ook veel gebruikt. Berucht is flunitrazepam (Rohypnol, “rooie knol”) dat zelf, evenals lorazepam (Temesta) tot gemene verslaving aanleiding kan geven.
Onthoudingsverschijnselen bij alcoholmisbruik en afhankelijkheid zijn te voorkomen door benzodiazepines te geven. Hiervoor wordt veelal Librium gebruikt, maar andere benzodiazepines zijn even werkzaam.
Benzodiazepines en alcohol grijpen onderling weinig verschillend op dezelfde systemen in de hersenen aan. Door stoppen van langdurig alcoholgebruik treedt er een overmatige prikkelbaarheid van de hersenen op, leidend tot extreme onrust, hallucinaties en epileptische aanvallen. Dit kan dodelijk aflopen.
Het onthoudingssyndroom, met als gevaarlijkste variant het delirium tremens kan voorkomen worden door benzodiazepines te geven. Soms zijn hoge doseringen nodig! Gebruikelijk is om deze behandeling klinisch te laten gebeuren.
Wanneer de benzodiazepines enkele dagen zijn gebruikt kan de dosering langzaam worden verminderd en uiteindelijk worden gestaakt. Er zullen dan geen onthoudingsverschijnselen meer optreden.
Kortwerkende benzodiazepines geven eerder aanleiding tot verslaving dan langwerkende. Bij verslaving wordt van deze regel gebruik gemaakt. De kortwerkende middelen worden vervangen door langwerkende en daarvan kan (langzaam!) de dosering worden verminderd waarna het gebruik kan worden gestopt.