Paranoïde persoonlijkheidsstoornis

herkenning

Het meest kenmerkende van mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis is dat zij de gedragingen van anderen als opzettelijk in hun nadeel of bedreigend ervaren. Zij voelen zich vrijwel allemaal uitgebuit of bedreigd. Zonder redelijke gronden betwijfelen zij de oprechtheid van vrienden en kennissen. Soms zijn zij ook ziekelijk jaloers en twijfelen zij zonder reden aan de trouw van hun partner.

Zij hebben de neiging hun eigen gevoelens in anderen te projecteren, vooral als het gaat om gevoelens die zij niet van zichzelf kunnen accepteren. Zij tonen vaak een gebrek aan emotie en zijn trots op zichzelf dat zij alles verstandelijk beredeneren. Ze zijn dus niet erg warm-menselijk. Vaak zijn zij gevoelig voor macht en status en minachten zij mensen die dat niet hebben. Zij lijken in de omgang soms zakelijk en efficiënt maar veroorzaken vaak onrust en conflicten in hun omgeving.

Wanneer de achterdocht de vorm van achtervolgingswaan heeft, dan is er geen sprake van een persoonlijkheidsstoornis maar van schizofrenie, manisch depressieve stoornis of een waanstoornis. Overbetrokken persoonlijke relaties, zoals bij borderline persoonlijkheidsstoornis, zijn een zeldzaamheid. Problemen op het werk en in persoonlijke relaties komen frequent voor bij mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis. Achterdocht kan omslaan in dreiging naar anderen. Wrok kan omslaan naar wraak. In combinatie met andere persoonlijkheidstrekken (zoals neiging tot afreageren, lak hebben aan wetgeving en moraal) kan het gevaarlijk worden.Een paranoïde persoonlijkheidsstoornis valt op door de achterdocht waarmee de persoon reageert. Een achterdochtig iemand praat erover hoe anderen hem of haar willen benadelen en zo iemand kan soms met moeite toegeven dat hij of zij overal wat achter zoekt. Iemand die enerzijds overmatig jaloers is en anderzijds weinig in staat lijkt tot het geven van liefde en warmte kan aan een paranoïde persoonlijkheidsstoornis lijden. Mensen die zich laten voorstaan op hun redelijkheid kunnen juist heel onredelijk wantrouwen koesteren. Zij praten niet makkelijk over hun eigen gevoelens en zijn eerder geneigd die te ontkennen of op anderen te projecteren.

Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis kunnen heel bedreigend overkomen wanneer zij eenmaal overtuigd zijn van een vermeend onrecht dat hen is aangedaan. De grens met ernstige psychiatrische ziekten is dan moeilijk te onderscheiden en deskundige hulp is aangewezen.

Het is niet makkelijk om een persoonlijkheidsstoornis bij jezelf vast te stellen en al helemaal niet wanneer je geneigd bent te denken dat anderen de oorzaak zijn van je problemen. Wat kan helpen is jezelf vragen te stellen als: ben ik geneigd de mening van anderen aan te nemen? Laat ik mij makkelijk gerust stellen wanneer ik ergens over inzit? Ben ik, wanneer iemand mij een streek heeft geleverd, geneigd om dit makkelijk weer te vergeten? Heb ik gauw het gevoel dat ik anderen kan vertrouwen? Een "nee" op al deze vragen kan in de richting wijzen van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis.

achtergrond

Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis hebben een patroon van achterdocht en wantrouwen jegens andere mensen. Zij erkennen niet dat dit een patroon van henzelf is, maar leggen de verantwoordelijkheid bij anderen. Vaak zijn zij vijandig, prikkelbaar en boos. Paranoïde persoonlijkheidsstoornis komt voor bij 0,5 tot 2,5 procent van de mensen. Mensen met een dergelijke persoonlijkheidsstoornis komen zelden uit zichzelf om hulp bij een psychiater. Wanneer zij gestuurd worden door echtgenoot of werkgever dan kunnen zij een tijdlang volhouden dat er niets aan de hand is.

Bij familieleden van patiënten met schizofrenie komt paranoïde persoonlijkheidsstoornis vaker voor dan bij controles. Ook komt het meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Men beweert dat in minderheidsgroepen van de bevolking, bij immigranten en bij dove mensen deze persoonlijkheidsstoornis vaker voorkomt dan in de algemene bevolking.

behandeling

Psychotherapie kan behulpzaam zijn in het onder controle houden van de verschijnselen van paranoïde persoonlijkheidsstoornis. De therapeut moet zich eerlijk en open opstellen. Wanneer de persoon zijn therapeut beschuldigt van nalatigheid (zoals te laat beginnen, iets vergeten zijn) dan doet deze er goed aan zijn schuld gewoon te bekennen. De therapeut moet goed in de gaten houden dat vertrouwen en intimiteit de kern van het probleem vormen voor deze patiënt. Een therapie in een groep is niet aan te bevelen. Diep graven in de emotionele ontwikkeling leidt meestal tot een averechts effect, de achterdocht neemt dan alleen maar toe. Soms, wanneer de persoon bedreigend wordt, moeten de grenzen duidelijk gemaakt worden van wat nog acceptabel is voor de therapeut. Wanneer de achterdocht waanachtige vormen aanneemt zal de therapeut daar met respect mee om moeten gaan en de patiënt niet uitlachen of vernederen. Maar stevigheid is wel vereist. Mensen met een paranoïde persoonlijkheidsstoornis verdragen enerzijds slecht dat een therapeut zwak en kwetsbaar is, anderzijds zullen zij de controle over de situatie niet graag uit handen geven aan de therapeut.

Medicijnen kunnen behulpzaam zijn wanneer de achterdocht oplaait en de persoon daar angstig of geagiteerd bij is. Een benzodiazepine kan al verlichting geven. Nadeel daarbij is dat, net als bij alcohol, de neiging om tot gevaarlijk gedrag over te gaan toe kan nemen. Soms is het nodig om korte tijd een antipsychoticum zoals pimozide (Orap) of haloperidol (Haldol) te nemen om waanachtige ideeën te bestrijden.

 

Zet een veilige eerste stap, vraag een eConsult !